vier feest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vier feest (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vier feest
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
feestvieren |
vier feest
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feestvieren
- Ik vier feest.
- gebiedende wijs van feestvieren
- Vier feest!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van feestvieren
- Vier je feest?
Gangbaarheid
- Het woord vier feest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.