videofoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vi·deo·foon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | videofoon | videofoons |
verkleinwoord | videofoontje | videofoontjes |
Zelfstandig naamwoord
de videofoon m
- (elektronica), (communicatie) een telefoontoestel waarmee geluid en beeld verzonden kunnen worden
Synoniemen
Vertalingen
1. een telefoontoestel waarmee geluid en beeld verzonden kunnen worden
Gangbaarheid
- Het woord videofoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "videofoon" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ videofoon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -foon in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Elektronica in het Nederlands
- Communicatie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 95 %