vicepremierschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vi·ce·pre·mier·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vicepremierschap vicepremierschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vicepremierschapo

  1. het plaatsvervangend premier zijn
  2. de functie van vicepremier
     NOSTijdens de formatie week zij niet van de zijde van medeonderhandelaar Gert-Jan Segers. Nu zijn de ogen op háár gericht, want in het kabinet-Rutte III is Carola Schouten (40) minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en vicepremier. Ze was blij dat ze afgelopen zaterdag, in haar gesprek met formateur Rutte, nog even de wederzijdse verwachtingen kon doorspreken. "Het is toch best spannend, nieuw. En het vicepremierschap is veeleisend."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 23 september 2022 Weblink bron “Dit zijn de 24 mannen en vrouwen van Rutte III” (Donderdag 26 oktober 2017), NOS