vexeren
Uiterlijk
- vexe·ren
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| vexeren |
vexeerde |
gevexeerd |
| zwak -d | volledig | |
vexeren [3]
- overlast aandoen, kwellen, mishandelen
- Het woord vexeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vexeren" herkend door:
| 14 % | van de Nederlanders; |
| 27 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ vexeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 14 %
- Prevalentie Vlaanderen 27 %