veugel

Uit WikiWoordenboek

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

veugel

  1. meervoud van vogel


Sallands

Zelfstandig naamwoord

veugel

  1. meervoud van vogel


Twents

Zelfstandig naamwoord

veugel

  1. meervoud van vöggel


West-Vlaams

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelnederlandse vuegel

Zelfstandig naamwoord

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en waarvan wordt verondersteld dat hij afstamt van de dinosauriërs


Zeeuws

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Middelnederlandse vuegel

Zelfstandig naamwoord

  1. (dierkunde) vogel; een gewerveld dier met twee vleugels, twee poten, een snavel en een met veren bedekt lichaam dat zich voortplant door het leggen van eieren en waarvan wordt verondersteld dat hij afstamt van de dinosauriërs