vetklomp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·klomp
Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van  vet zn  en  klomp zn 

enkelvoud meervoud
naamwoord vetklomp vetklompen
verkleinwoord vetklompje vetklompjes

Zelfstandig naamwoord

de vetklompm [1]

  1. een grote massa vet
    • Het geluid wordt versterkt door twee zakken olie in de potviskop: de junk onderin en het conische spermaceti-orgaan bovenin. Het spermaceti-orgaan is gevuld met een witte, sperma-achtige olie waaraan sperm whales hun Engelse naam danken. De geluidspulsen reizen langs twee vetklompen, en verlaten de potvis via de neus (J. Mar. Biol. Ass. UK., 2014).[2] 
  2. een dik persoon
    • De barse Stamvader is gebroken, gaat in bed liggen en wordt obees, ‘een vetklomp met oud vel eromheen’. Zijn vrouw Onna is dan al jaren dood.[3] 
    • Eén minpuntje misschien: de verklaring van Rudy Reyntjens, directeur van het Zeepreventorium en gastheer van de dag. Nota bene diens revalidatiecentrum voor zwaarlijvige kinderen zou straks een deel van de opbrengst van het bewuste dieetboek opstrijken. Dat had De Wever zelf gewild, en voor de aardigheid had hij het ook al eens zelf uitgerekend: minstens 25.000, misschien wel 50.000 euro zou zijn onbaatzuchtige geste het centrum opleveren. Een aardig bedragje dat Bart net zo makkelijk in eigen zak had kunnen laten verdwijnen, toch? En dan bestond die Reyntjens het om doodgemoedereerd aan de pers te verklaren dat zijn tent verder niet wilde worden geassocieerd met spectaculaire afslankmethodes à la De Wever, omdat ze ongezond zijn en op termijn tot niets leiden. Versta: ‘Reken maar, Bart wordt weer de vetklomp die hij ooit was'.[4] 
    • Zelfs Jo Vandeurzen, tot voor kort een amechtige vetklomp, loopt dezer dagen allerhande wachtlijsten van zich af. Hij heeft zich een dieet van fruit en magere kaas laten aanpraten en zet er drie keer per week de sokken in. De mens is al tien kilo afgevallen. Als het zo doorgaat, is hij tegen de verkiezingen van 2011 nog vel over been.[5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Lucas Brouwers 12 maart 2016 Het verborgen leven van de potvis
  3. de Standaard VRIJDAG 13 APRIL 2018 Land zonder naam
  4. de Standaard 15 SEPTEMBER 2012 OM 03:00 UUR | JO VAN DAMME Vijftig tinten kwijt
  5. de Standaard 13 MAART 2010 Vlaanderen in actie
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be