vetklep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·klep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vetklep vetkleppen
verkleinwoord vetklepje vetklepjes

Zelfstandig naamwoord

de vetklepv / m

  1. (scheldwoord) iemand met overgewicht
    • In de laatste maanden van dit jaar werd ze echter regelmatig uitgescholden tijdens het sporten. Termen als 'vetklep', 'dikzak' en 'varken' kreeg ze naar haar hoofd geslingerd. [2] 
    • Ga eerst eens aan jezelf werken voordat je weer commentaar op het uiterlijk van anderen geeft. Dikke vette vetklep”. [3] 
    • Pebe gaf Ke$ha's producer Dr. Luke de schuld van haar dochters problemen en vertelde aan People magazine dat hij Ke$ha's eetstoornis heeft veroorzaakt door haar constant een vetklep te noemen. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen