vetje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- vet·je
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
het vetje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | vetje | vetjes |
Zelfstandig naamwoord
vetje o dim. tant.
- (straalvinnigen) Leucaspius delineatus een klein blijvende karperachtige vissoort
Hyperoniemen
- eigenlijke karpers, karperachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord vetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.