vesperei

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·pe·rei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vesperei vespereien
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vesperei v / o

  1. lichte broodmaaltijd in de namiddag, zoals die op het Vlaamse platteland gebruikelijk was
     En dan gaan ze gedrieën elk aan een kant neerzitten om hun vesperei te nemen. Traag en gezapig spelen zij de dikke stuiten binnen, met nu en dan een slok koude koffie uit de blikken drinkpul.[3]
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. vesperei op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2020 Weblink bron Het leven en de dood in den ast. in: Werkmenschen. (1926), Excelsior, Brugge, p. 143