verzwolgen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzwolgen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zwol·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verzwelgen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling e-o (IPAː /ɛ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzwelgen |
verzwolgen
- meervoud verleden tijd van verzwelgen
- Wij verzwolgen.
- Jullie verzwolgen.
- Zij verzwolgen.
- Wij verzwolgen.
- voltooid deelwoord van verzwelgen