verzwakken

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zwak·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van zwak met het voorvoegsel ver- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzwakken
verzwakte
verzwakt
zwak -t volledig

Werkwoord

verzwakken

  1. overgankelijk zwakker maken
    • Het weinige slapen zal hun weerstand verzwakken. 
     Volgens hem heeft het stadsleven veel van onze zintuigen verzwakt en door ze te reactiveren en een met de natuur te worden, zou ik voor een groot deel op mezelf moeten kunnen vertrouwen.[1]
  2. ergatief zwakker worden
    • Zij verzwakken door een tekort aan slaap. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be