verzotte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·zot·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzotten |
verzotte
- enkelvoud verleden tijd van verzotten
- Ik verzotte.
- Jij verzotte.
- Hij, zij, het verzotte.
- Ik verzotte.
- verbogen vorm van verzot, voltooid deelwoord van verzotten
Bijvoeglijk naamwoord
verzotte
- verbogen vorm van de stellende trap van verzot
Gangbaarheid
- Het woord verzotte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.