verzoenende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzoenende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·zoe·nen·de
Werkwoord
vervoeging van: | verzoenen |
verzoenende
- verbogen vorm van verzoenend, het onvoltooid deelwoord van verzoenen
Bijvoeglijk naamwoord
verzoenende
- verbogen vorm van de stellende trap van verzoenend