verzetje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zet·je
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ontspanning’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1806 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord verzetje verzetjes

Zelfstandig naamwoord

het verzetjeo dim. tant.

  1. een avondje uit of een andere vorm van verstrooiing die iemand de gedachten op iets anders laat richten
    • Je hebt een verzetje wel verdiend. 
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

het verzetjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord verzet

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen