verzanding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zan·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verzanding verzandingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verzanding v [1]

  1. het met zand gevuld raken van een rivier of haven
     Vijfentwintig jaar later luidt de Brockhaus van 1903 de doodsklok over de stad: 'Was vroeger de hoofdstapelplaats voor de Don, de Donets en de Wolga, loopt echter terug als gevolg van de verzanding van de haven en de concurrentie van Rostov.[2]
     Bovendien wordt het Zwin, dat voor zijn verzanding de natuurlijke verbinding vormde van Brugge naar de Noordzee, straks wellicht nog 120 hectare groter als compensatie voor de uitbreiding van de Antwerpse haven.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact op Wikipedia, ISBN 9789045024875
  3. Bronlink geraadpleegd op 25 april 2022 Weblink bron
    Frans Boogaard
    “Tijl Uilenspiegel in het Brugse ommeland” (12-08-2015), Tubantia