verwondt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wondt

Werkwoord

vervoeging van
verwonden

verwondt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwonden
    • Jij verwondt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwonden
    • Hij verwondt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verwonden
    • Verwondt!