verwonding

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·won·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verwonding verwondingen
verkleinwoord verwondinkje verwondinkjes

Zelfstandig naamwoord

de verwondingv

  1. lichamelijk letsel, beschadiging van het lichaam
    • Het slachtoffer overleed ter plaatse aan zijn verwondingen. 
  2. het verwonden
    • Hij raakte besmet door verwonding aan een gebruikte naald. 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be