verwonder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·won·der

Werkwoord

vervoeging van
verwonderen

verwonder

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwonderen
    • Ik verwonder. 
  2. gebiedende wijs van verwonderen
    • Verwonder! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verwonderen
    • Verwonder je?