verwoed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·woed
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘fervent’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1921 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verwoed verwoeder verwoedst
verbogen verwoede verwoedere verwoedste
partitief verwoeds verwoeders -

Bijvoeglijk naamwoord

verwoed

  1. hartstochtelijk, met veel energie
    • Hij is een verwoed verzamelaar van abstracte kunst. 
Synoniemen
Spreekwoorden
verwoede pogingen doen
Heel erg hard zijn best doen, meestal zonder het beoogde resultaat te halen.

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen