verwilderd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·wil·derd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verwilderen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verwilderd verwilderder verwilderdst
verbogen verwilderde verwilderdere verwilderdste
partitief verwilderds verwilderders -

Bijvoeglijk naamwoord

verwilderd [1]

  1. wild, ongecultiveerd, woest


Bijwoord

verwilderd

  1. wild, ongecultiveerd, woest
     In zijn bril zag ik mezelf weerspiegeld en ik constateerde dat ik er net zo verwilderd uitzag als hij.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: verwilderen…
verbogen vorm: verwilderde

verwilderd

  1. voltooid deelwoord van verwilderen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia