verwijzinkje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wij·zin·kje
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van verwijzing met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het verwijzinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord verwijzing