verwijfde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·wijf·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verwijven |
verwijfde
- enkelvoud verleden tijd van verwijven
- Ik verwijfde.
- Jij verwijfde.
- Hij, zij, het verwijfde.
- Ik verwijfde.
- verbogen vorm van verwijfd, voltooid deelwoord van verwijven
Bijvoeglijk naamwoord
verwijfde
- verbogen vorm van de stellende trap van verwijfd