verwelfde
Uiterlijk
- ver·welf·de
vervoeging van: | verwelven… |
verwelfde
vervoeging van |
---|
verwelven |
verwelfde
- enkelvoud verleden tijd van verwelven
- Ik verwelfde.
- Jij verwelfde.
- Hij, zij, het verwelfde.
- Ik verwelfde.
- Het woord 'verwelfde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.