verwarmingskost

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·war·mings·kost
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verwarmingskost (verwarmingskosten) *
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

verwarmingskostmv

  1. uitgaven die nodig zijn zodat een gebouw of een installatie niet te koud wordt
    • De investering van 104.647 euro zorgt er in elk geval voor dat de jaarlijkse verwarmingskost naar schatting 5.500 euro lager zal uitkomen dan voorheen. [1]
Synoniemen
Opmerkingen
  • Het meervoud "verwarmingskosten" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het meervoud van "verwarmingskost".

Gangbaarheid

Verwijzingen