vervoerstoelage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·voers·toe·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vervoerstoelage | vervoerstoelagen vervoerstoelages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (financieel) geld dat men ontvangt voor het maken van arbeidsgerelateerde reizen
- Ik hoef over de vervoerstoelage geen inkomstenbelasting te betalen.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord vervoerstoelage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.