vervoersmogelijkheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·voers·mo·ge·lijk·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vervoersmogelijkheid vervoersmogelijkheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vervoersmogelijkheidv

  1. manier waarop men zich kan verplaatsen
     Per jaar bezoeken ruim 400.000 mensen het bad. De 86-jarige mevrouw Hofman vroeg eerder om een halte bij het bad. Zij zwemt geregeld in het Twentebad. Haar enige vervoersmogelijkheid is de bus en die stopt op de Deurningerstraat. Daarna moet ze een afstand van 600 meter lopen over het fietspad aan de Hamerstraat, een trottoir is er niet.[2]
     Voor automobilisten met een te hoog alcohol- of drugspercentage in hun bloed, wordt een alternatieve vervoersmogelijkheid gezocht.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron “Bushalte bij Twentebad Hengelo wordt dure grap” (21-01-2016), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 september 2022 Weblink bron
    Peter Zandee
    “Alcohol- en drugstests bij De Radstake” (15-02-2018), Tubantia