vertrektijd

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vertrektijd    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·trek·tijd

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vertrek  en  tijd 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vertrektijd	vertrektijden
verkleinwoord	vertrektijdje	vertrektijdjes

Zelfstandig naamwoord

de vertrektijd m

1. tijdstip dat iets of iemand weggaat.

Vertalingen

    1.   

Deens: afgangstid (da) g Duits: Abfahrtszeit (de) v Engels: departure time (en), time of departure (en) Frans: heure du départ (fr) v Hongaars: indulási időpont (hu)

Italiaans: ora di partenza (it) v Pools: godzina odjazdu (pl) v, czas odjazdu (pl) m Spaans: hora de salida (es) v Zweeds: avgångstid (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord vertrektijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vertrektijd" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.