vertier
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·tier
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bedrijvigheid, afleiding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1806 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vertier | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
vertier o
- zaken die de zinnen verzetten
- Er is hier weinig vertier voor de jeugd.
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord vertier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "vertier" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |