vertienvoudig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·tien·vou·dig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vertienvoudigen |
vertienvoudig
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertienvoudigen
- Ik vertienvoudig.
- gebiedende wijs van vertienvoudigen
- Vertienvoudig!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vertienvoudigen
- Vertienvoudig je?