verstompt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·stompt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verstompen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verstompt | verstompter | verstomptst |
verbogen | verstompte | verstomptere | verstomptste |
partitief | verstompts | verstompters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
verstompt [1]
- dom, suf en ongevoelig
Synoniemen
- stompzinnig, stompzinnig, kortzichtig, kleingeestig, kleinburgerlijk, enggeestig, suf, ongevoelig, duf, afgestompt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verstompen |
verstompt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstompen
- Jij verstompt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstompen
- Hij verstompt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verstompen
- Verstompt!
vervoeging van: | verstompen… |
verbogen vorm: | verstompte |
verstompt
- voltooid deelwoord van verstompen
Gangbaarheid
- Het woord 'verstompt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verstompt" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voltooid deelwoord met alleen -t
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 75 %
- Prevalentie Vlaanderen 73 %