versteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: versteerde (hulp, bestand)
- IPA: /vərˈsterdə/
Woordafbreking
- ver·steer·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
versteren |
versteerde
- enkelvoud verleden tijd van versteren
- Ik versteerde.
- Jij versteerde.
- Hij, zij, het versteerde.
- Ik versteerde.