versteen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·steen

Werkwoord

vervoeging van
verstenen

versteen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstenen
    • Ik versteen. 
  2. gebiedende wijs van verstenen
    • Versteen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verstenen
    • Versteen je?