verspreidt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·spreidt

Werkwoord

vervoeging van
verspreiden

verspreidt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspreiden
    • Jij verspreidt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verspreiden
    • Hij verspreidt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verspreiden
    • Verspreidt! 
     De brandweer in Frankrijk heeft zaterdag een zeer grote bosbrand in de zuidelijke streek de Cevennen onder controle gebracht. Het vuur verspreidt zich niet meer, maar beslaat nog wel een gebied van 650 hectare.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 juli 2022 Weblink bron “Zeer grote bosbrand in Frankrijk onder controle, 650 hectare nog in brand” (09 juli 2022), NU.nl