verslikken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verslikken (hulp, bestand)
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
verslikken | verslikkend |
verslikking | verslikt |
Woordafbreking
- ver·slik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verslikken |
verslikte |
verslikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
verslikken
- wederkerend zich ~: per ongeluk voedsel of drank in de luchtpijp in plaats van de slokdarm laten glijden
- Hij verslikte zich in een stukje brood en begon vreselijk te hoesten.
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord verslikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verslikken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ver- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %