verslaafdheid

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slaafd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verslaafdheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verslaafdheid v [1]

  1. het niet kunnen zonder bepaalde, negatief gewaardeerde zaken
     Aleksandr Vronski was, niettegenstaande zijn losbandig leven en vooral zijn verslaafdheid aan de drank, die algemeen bekend was, een volmaakte hoveling.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen