verslaafden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slaaf·den

Zelfstandig naamwoord

de verslaafdenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verslaafde

Werkwoord

vervoeging van
verslaven

verslaafden

  1. meervoud verleden tijd van verslaven
    • Wij verslaafden. 
    • Jullie verslaafden. 
    • Zij verslaafden.