verschrokken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·schrok·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verschrikken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verschrikken |
verschrokken
- meervoud verleden tijd van verschrikken
- Wij verschrokken.
- Jullie verschrokken.
- Zij verschrokken.
- Wij verschrokken.
- voltooid deelwoord van verschrikken [1] [2]
Antoniemen