verschoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·schoon
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verschonen |
verschoon
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschonen
- Ik verschoon.
- gebiedende wijs van verschonen
- Verschoon!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verschonen
- Verschoon je?