verreden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·re·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
verrijden

verreden

  1. meervoud verleden tijd van verrijden
    • Wij verreden. 
    • Jullie verreden. 
    • Zij verreden. 
  2. voltooid deelwoord van verrijden