verpopte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·pop·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verpoppen |
verpopte
- enkelvoud verleden tijd van verpoppen
- Ik verpopte.
- Jij verpopte.
- Hij, zij, het verpopte.
- Ik verpopte.
Gangbaarheid
- Het woord verpopte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.