verpletter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verpletter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·plet·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verpletteren |
verpletter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpletteren
- Ik verpletter.
- gebiedende wijs van verpletteren
- Verpletter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpletteren
- Verpletter je?