verpleegafdeling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·pleeg·af·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verpleegafdeling verpleegafdelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verpleegafdelingv

  1. deel van een ziekenhuis of verpleeghuis waar patiënten verblijven en verzorgd worden
    • Door de coronapandemie moesten een aantal verpleegafdelingen gesloten worden. 
     VieCuri kon nog niet zeggen hoeveel patiënten moeten worden overgeplaatst, en of het gaat om patiënten van de verpleegafdeling of van de ic.[1]
     In de afgelopen twee weken is het aantal coronapatiënten op de verpleegafdelingen gestegen met ruim 650 en nam het aantal patiënten op de ic’s toe met bijna 250.[2]
     Door een extra tussenafdeling op te richten voor patiënten die alleen nood hebben aan extra zuurstof, moeten zo’n 300 à 500 bedden vrijkomen op de dienst intensieve zorg – waar patiënten vaak meerdere weken verblijven. Die nieuwe afdelingen zullen voorzien worden op conventionele verpleegafdelingen.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Ziekenhuis Venlo slaat alarm om toename coronapatiënten” (28/10/2020), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron “Nieuwe update over coronadrukte in ziekenhuizen” (29/10/2020), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron
    Klaas Maenhout
    “Noodplan voor ziekenhuizen is klaar: dit is ‘plan B’” (29/10/2020), De Standaard