verplaatsbaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·plaats·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van verplaatsen met het achtervoegsel -baar
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verplaatsbaar | verplaatsbaarder | verplaatsbaarst |
verbogen | verplaatsbare | verplaatsbaardere | verplaatsbaarste |
partitief | verplaatsbaars | verplaatsbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
verplaatsbaar
- dat iets op een andere locatie gebracht kan worden
- Hoewel de computer niet echt draagbaar genoemd kon worden, was hij zeker wel verplaatsbaar.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord verplaatsbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.