verpersoonlijkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·per·soon·lijkt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verpersoonlijken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verpersoonlijken

verpersoonlijkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpersoonlijken
    • Jij verpersoonlijkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpersoonlijken
    • Hij verpersoonlijkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verpersoonlijken
    • Verpersoonlijkt! 
vervoeging van: verpersoonlijken…
verbogen vorm: verpersoonlijkte

verpersoonlijkt

  1. voltooid deelwoord van verpersoonlijken

Gangbaarheid