verpand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·pand
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verpanden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verpanden

verpand

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpanden
    • Ik verpand. 
  2. gebiedende wijs van verpanden
    • Verpand! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpanden
    • Verpand je? 
vervoeging van: verpanden…
verbogen vorm: verpande

verpand

  1. voltooid deelwoord van verpanden

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be