verpaard
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ver·paard
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van verpaarden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verpaarden |
verpaard
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpaarden
- Ik verpaard.
- gebiedende wijs van verpaarden
- Verpaard!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verpaarden
- Verpaard je?
vervoeging van: | verpaarden… |
verbogen vorm: | verpaarde |
verpaard
- voltooid deelwoord van verpaarden