vernederend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vernederend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ne·de·rend
Werkwoord
vervoeging van: | vernederen |
verbogen vorm: | vernederende |
vernederend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | vernederend | vernederender | vernederendst |
verbogen | vernederende | vernederendere | vernederendste |
partitief | vernederends | vernederenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
vernederend [1]
- van iets dat het je eer aantast
- Naar schatting 13 op de 1.000 kinderen in Nederland worden mishandeld. Dat kan met lichamelijk geweld, maar ook door verwaarlozing, vernedering of het eisen van onhaalbare prestaties. [2]
- van iets dat je er klein en minderwaardig door wordt
- Hun huis werd na „vernederende onderhandelingen” met gaswinner NAM gesloopt en nu wachten ze in een kapotte huurwoning op vervangende nieuwbouw. [3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1. van iets dat het je eer aantast
Gangbaarheid
- Het woord vernederend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vernederend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Wim Köhler 20 maart 2017
- ↑ NRC 15 maart 2017 WUBBY LUYENDIJK
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be