vermoedt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·moedt

Werkwoord

vervoeging van
vermoeden

vermoedt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermoeden
    • Jij vermoedt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vermoeden
    • Hij vermoedt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vermoeden
    • Vermoedt!