vermeed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·meed

Werkwoord

vervoeging van
vermijden

vermeed

  1. enkelvoud verleden tijd van vermijden
    • Ik vermeed. 
    • Jij vermeed. 
    • Hij, zij, het vermeed. 
     Het was vooral een herinnering aan al die dingen waaraan hij vermeed te denken, de laatste jaren tenminste, aan hoe makkelijk het was geweest om van armoede tot rijkdom te komen, al hield hij niet van dat woord.[1]


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142