vermaner

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·ma·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vermaner vermaners
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vermanerm

  1. (religie) een religieus leraar voor de doopsgezinden
     Hij werd predikant in Aalsmeer, waar hij zich ontpopte als „zedelijke vermaner.”[3]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. vermaner op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    dr. ir. J. van der Graaf
    “De wereld werd de kerk voor ds. Simon Gorter” (08-06-2017), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be